Waterpokken zijn zeer besmettelijk en ontstaan door een virus. Dit virus wordt verspreid doordat er druppeltjes, die het virus bevatten, vrijkomen tijdens het praten of het hoesten. Daarnaast heeft u bij waterpokken de neiging om te krabben. Door het krabben komen er huidschilfers onder uw nagels die ook het virus bevatten. Als u daarna een voorwerp, of een ander aanraakt, kunt u een ander ook besmetten. De ander krijgt dan na 13 tot 18 dagen de eerste klachten. De meeste mensen krijgen de waterpokken in hun kindertijd. Als u al de waterpokken heeft gehad, blijft het virus nog wel in uw lichaam, maar is deze meestal niet actief. Als het virus op latere leeftijd toch weer actief wordt, kunt u gordelroos krijgen.
De eerste klachten bij waterpokken zijn vaak:
- Koorts.
- Een hangerig gevoel.
- Verkoudheidsklachten.
Na één à twee dagen krijgt u, of uw kind, last van:
- Rode vochtige bultjes op de romp en/of op het hoofd. Deze verspreiden zich kort daarna over het hele lichaam.
- Heftige jeuk.
- Bruine korstjes op de bultjes. Binnen tien dagen drogen de bultjes in waardoor deze korstjes erop komen. Daardoor neemt ook de jeuk af.
In zeer zeldzame gevallen veroorzaken de waterpokken ernstige klachten. Een voorbeeld hiervan is een hersenvliesontsteking.
Als u of uw kind waterpokken heeft, is het verstandig om:
- Niet te krabben. Hierdoor kunnen er littekens ontstaan en kan het virus gemakkelijk verspreid worden.
- Uw nagels, of dat van uw kind, goed te verzorgen. Maak ze met regelmaat schoon en knip ze op een juiste lengte. Hiermee voorkomt u dat er huidschilfers onder de nagels gaan zitten. Dit helpt om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
- De school of het kinderdagverblijf in te lichten over de waterpokken. Daarbij moet wel vermeld worden dat het virus twee dagen, voordat er blaasjes of bultjes ontstaan al besmettelijk is. U hoeft uw kind dus niet thuis te houden om besmetting te voorkomen. Wel is het verstandig om hier afspraken over te maken met de school of het kinderdagverblijf.
- De reisorganisatie of luchtmaatschappij in te lichten als u, of uw kind, op reis gaat.
- Kleding en spullen zoveel als mogelijk gescheiden te houden. Zeker nadat de kleding gedragen is of de spullen gebruikt zijn.
Verder zijn er een aantal dingen die u kunt doen om de klachten te verminderen. Zo kunt u of uw kind:
- Iets kouds eten of drinken als u, of uw kind, pijnlijke blaasjes in de mond heeft.
- Mentholgel, carbomeerwatergel of zinklotion op de bultjes, vlekjes en blaasjes smeren. Dit vermindert de jeuk en daardoor drogen de blaasjes sneller in. Alle middelen zijn te verkrijgen bij uw apotheek. Mentholgel en zinklotion kunt u ook kopen bij uw drogist. Laat u over het gebruik van de middelen adviseren of lees de bijsluiter goed door.
In de meeste gevallen hoeft u bij waterpokken geen contact op te nemen met uw huisarts. In de volgende situaties raden wij u wel aan om contact op te nemen met uw huisarts:
- U weet niet zeker of u of uw kind last heeft van waterpokken.
- U, of uw kind, zich steeds zieker gaat voelen. Zo kunt u, of uw kind, gaan overgeven, een grauwe huidskleur krijgen, wederom koorts krijgen, zich suf gaan voelen of nauwelijks meer kunnen drinken.
- Uw kind drie maanden oud of jonger is.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start